Nieuws
Enschede
Dit poppenhuis in Rijksmuseum Twenthe kost 1 miljoen euro
Het Rijksmuseum Twenthe is vanaf deze donderdag een nieuw topstuk rijker: het pronkpoppenhuis van Anna Maria Trip uit de 18de eeuw, voor een miljoen euro verkocht op de prestigieuze kunstbeurs Tefaf in Maastricht.
In een gewone auto is hij die ochtend uit Haarlem vertrokken. In de achterbak, verpakt in plastic dozen, meer dan honderd stukken miniatuurzilver. Een kleine schat , zegt Dick Endlich. Niet nu, maar ook toen al. De beroemdste zilversmid van die tijd heeft ze gemaakt. Dat ze na al die eeuwen nog altijd bij elkaar zijn, is uiterst zeldzaam.
Endlich, antiquair en specialist op het gebied van oud zilver, staat met blauwe handschoenen in de Zilverschatkamer van het Rijksmuseum Twenthe. Hij is zojuist in Enschede aangekomen met de inventaris van de ruim anderhalve meter hoge en vooralsnog lege pronkkast die sinds maandag tegen een muur staat opgesteld. Kast en interieur, samen goed voor een miljoen euro, vormen de basis van een uiterst zeldzaam poppenhuis dat vanaf vandaag voor onbepaalde tijd als bruikleen in het Enschedese museum is te zien.
Zeldzaam
Endlich: Poppenhuizen in deze complete vorm zijn uiterst zeldzaam. Slechts tien zijn er in nog in Nederland bewaard. Vooral door het overvloedig gebruik van zilver en andere kostbare materialen waren het vaak hele waardevolle objecten. Speelgoed van rijke vrouwen, niet zozeer om mee te spelen maar vooral ook om mee te pronken.
De nieuwste aanwinst van het Rijksmuseum hoorde ooit toe aan Anna Maria Trip (1712-1778), een Groningse telg uit een beroemde Amsterdamse familie die rijk was geworden door de wapenhandel. Endlich kreeg een telefoontje van de huidige bezitters van het poppenhuis. Ze wilden het verkopen en deden een beroep op ons. We hebben al het zilver nog eens opgepoetst, al verkeerde alles nog in perfecte staat.
Op de Tefaf van enkele weken geleden vormde het poppenhuis van Anna Maria Trip een van de topstukken. Koningin Máxima was een van degenen die het kwam bekijken. De uiteindelijke koper was de Stichting Martens-Mulder, gespecialiseerd in zilver en een belangrijke bruikleengever van het Rijksmuseum Twenthe.
Miniatuur
De inrichting woensdagmorgen in Enschede blijkt nog een hele klus. Alle afzonderlijke onderdelen worden door Endlich uitgepakt en op hun plek gezet: het miniatuurhemelbed voor de slaapkamer boven, de Engelse portretmedaillons uit de 16de eeuw en tafel met pootjes van ivoor de salon, het beschilderde kamerscherm op de zolder en de Franse commode met een bovenkant van ingelegd stro.
Alles heeft zijn eigen logische plek, ook al moet je soms een beetje puzzelen. Salon, keuken, slaapkamer: zo zag een Hollands interieur van de beter gesitueerden er destijds uit. Vaak ook was er een aparte kraamkamer. Als de vrouw des huizes moest bevallen, gebeurde dat meestal in deze ruimte. Het is ook zeker niet toevallig dat er ook in dit poppenhuis een kraamkamer zit. Dit huis gunt ons een blik achter de voordeur van toen. Het is een spiegel van de 18de eeuw, de wereld in miniatuurformaat.
Amper een centimeter groot is het pas gepoetste zilver voor de keuken: lepels, kruiken, een ramenspuit, een poffertjespan en zelfs enige spullen waarvan de functie onbekend is. Je blijft ernaar kijken. Ongelofelijk goed ook zoals alles is bewaard. Alsof het gisteren gemaakt is. En dan te bedenken dat er, zoals we uit familiebrieven weten, in de 19de eeuw wel degelijk mee is gespeeld.
Voor het Rijksmuseum Twenthe is de komst van het poppenhuis een grote verrassing. We kregen het min of meer in de schoot geworpen , aldus conservator Paul Knolle. Een vergelijkbaar poppenhuis in het Rijkmuseum in Amsterdam is daar een van de meest populaire objecten, na de Nachtwacht. Als zoiets zomaar naar Enschede komt, maakt je dat ongelofelijk blij.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Emiel Muijderman
Endlich, antiquair en specialist op het gebied van oud zilver, staat met blauwe handschoenen in de Zilverschatkamer van het Rijksmuseum Twenthe. Hij is zojuist in Enschede aangekomen met de inventaris van de ruim anderhalve meter hoge en vooralsnog lege pronkkast die sinds maandag tegen een muur staat opgesteld. Kast en interieur, samen goed voor een miljoen euro, vormen de basis van een uiterst zeldzaam poppenhuis dat vanaf vandaag voor onbepaalde tijd als bruikleen in het Enschedese museum is te zien.
Zeldzaam
Endlich: Poppenhuizen in deze complete vorm zijn uiterst zeldzaam. Slechts tien zijn er in nog in Nederland bewaard. Vooral door het overvloedig gebruik van zilver en andere kostbare materialen waren het vaak hele waardevolle objecten. Speelgoed van rijke vrouwen, niet zozeer om mee te spelen maar vooral ook om mee te pronken.
De nieuwste aanwinst van het Rijksmuseum hoorde ooit toe aan Anna Maria Trip (1712-1778), een Groningse telg uit een beroemde Amsterdamse familie die rijk was geworden door de wapenhandel. Endlich kreeg een telefoontje van de huidige bezitters van het poppenhuis. Ze wilden het verkopen en deden een beroep op ons. We hebben al het zilver nog eens opgepoetst, al verkeerde alles nog in perfecte staat.
Op de Tefaf van enkele weken geleden vormde het poppenhuis van Anna Maria Trip een van de topstukken. Koningin Máxima was een van degenen die het kwam bekijken. De uiteindelijke koper was de Stichting Martens-Mulder, gespecialiseerd in zilver en een belangrijke bruikleengever van het Rijksmuseum Twenthe.
Miniatuur
De inrichting woensdagmorgen in Enschede blijkt nog een hele klus. Alle afzonderlijke onderdelen worden door Endlich uitgepakt en op hun plek gezet: het miniatuurhemelbed voor de slaapkamer boven, de Engelse portretmedaillons uit de 16de eeuw en tafel met pootjes van ivoor de salon, het beschilderde kamerscherm op de zolder en de Franse commode met een bovenkant van ingelegd stro.
Alles heeft zijn eigen logische plek, ook al moet je soms een beetje puzzelen. Salon, keuken, slaapkamer: zo zag een Hollands interieur van de beter gesitueerden er destijds uit. Vaak ook was er een aparte kraamkamer. Als de vrouw des huizes moest bevallen, gebeurde dat meestal in deze ruimte. Het is ook zeker niet toevallig dat er ook in dit poppenhuis een kraamkamer zit. Dit huis gunt ons een blik achter de voordeur van toen. Het is een spiegel van de 18de eeuw, de wereld in miniatuurformaat.
Amper een centimeter groot is het pas gepoetste zilver voor de keuken: lepels, kruiken, een ramenspuit, een poffertjespan en zelfs enige spullen waarvan de functie onbekend is. Je blijft ernaar kijken. Ongelofelijk goed ook zoals alles is bewaard. Alsof het gisteren gemaakt is. En dan te bedenken dat er, zoals we uit familiebrieven weten, in de 19de eeuw wel degelijk mee is gespeeld.
Voor het Rijksmuseum Twenthe is de komst van het poppenhuis een grote verrassing. We kregen het min of meer in de schoot geworpen , aldus conservator Paul Knolle. Een vergelijkbaar poppenhuis in het Rijkmuseum in Amsterdam is daar een van de meest populaire objecten, na de Nachtwacht. Als zoiets zomaar naar Enschede komt, maakt je dat ongelofelijk blij.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Emiel Muijderman
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.
